Anagene Effluvium

Wat is het?

Anagene effluvium is een bijwerking van chemotherapie, het zorgt voor haarverlies. Het haarverlies begint meestal 1-2 weken na het beginnen met chemotherapie en blijft uitvallen gedurende de gehele behandeling. Het haarverlies kan verschillen van het dunner worden van het haar tot aan complete haaruitval en kaalheid. De hoofdhuidgebieden die het meest aangetast worden zijn de gebieden die het minst dichtbegroeid zijn, zoals de haarlijn. Naast het verliezen van de haren op de hoofdhuid, kunnen de haren van de wenkbrauwen, wimpers en baard ook uitvallen (Paus, Haslam, Sharov & Botchkarev, 2013).

 

Hoe herken ik het?

Anagene effluvium is te herkennen aan een kale of bijna kale hoofdhuid. Naast dat het haar van de hoofdhuid uitvalt, vallen bij veel mensen zoals eerder genoemd ook de wenkbrauwen, wimpers of baard uit. Dit is dan ook een extra kenmerk van anagene effluvium. Er zijn meerdere varianten van aandoeningen met haarverlies, waardoor je niet gelijk kunt herkennen welke aandoening de patiënt heeft. Hierdoor is het belangrijk om bij anagene effluvium, naast het haarverlies, ook te kijken naar verdere kenmerken van chemotherapie, zoals hun conditie of het meer opzwellen van het gezicht.

 

Hoe ontstaat het?

Anagene effluvium is het gevolg van chemotherapie. De chemo wordt opgenomen in het bloed. Het bloed dat naar de haarfollikels stroomt, zorgt er voor dat de terminale haren worden aangetast waardoor deze uitvallen (Paus et al).

 

Naar wie moet ik deze patiënt doorverwijzen?

Er is helaas niet veel te doen aan anagene effluvium. Hieronder staan behandelaars die iets voor de patiënt kunnen betekenen:

 

Kapster

Een kapster kan tijdens de behandeling met chemotherapie en het hierbij komende haarverlies veel betekenen voor een patiënt, door bijvoorbeeld hulp te bieden bij het afscheren van de haren die gaan uitvallen en het bijhouden van deze gedurende de behandeling en hierna. Uit de enquête is gebleken dat het merendeel van de patiënten hun haar laat afscheren voor of tijdens de behandeling met chemo (zie Bijlage A).

Verpleegkundige

Een verpleegkundige kan hulp bieden bij het verminderen van de haaruitval, dit door middel van hoofdhuidkoeling (Roe, 2011).

Haarspecialist

Een haarspecialist weet alles van pruiken af en ook kan hij/zij helpen bij het uitzoeken van geschikte mutsjes. Uit enquête is gebleken dat veel mensen hier gebruik van maken (zie Bijlage B).

 

Wat kan de huidtherapeut doen?

Helaas kan een huidtherapeut bij anagene effluvium niet veel hulp bieden. Het enige wat een huidtherapeut kan doen is het uitvoeren van medische camouflage behandelingen. Denk hier bijvoorbeeld aan het tatoeëren van wenkbrauwen of een eyeliner bij het uitvallen van de wimpers.

 

Hoe ga je met de patiënt om?

Patiënten hebben allemaal hun eigen individuele opvatting over haarverlies. De een vind het erger dan de ander. Er moet daarom bij elke individuele patiënt gekeken worden welke hulp hij/zij nodig heeft. Patiënten die het extra lastig hebben, hebben hulp nodig van een psycholoog en worden geadviseerd deel te nemen aan praat/discussiegroepen (Hesketh et al, 2004).

 

Het van tevoren geven van schriftelijke en mondelinge informatie over bijwerkingen aan kankerpatiënten, heeft aangetoond dat het begrip, de tevredenheid en de therapietrouw verbetert en emotionele stress, angst en depressie vermindert (Münstedt, Manthey, Sachsse & Vahrson, 1997).

 

Uit de enquête is gebleken dat patiënten over het algemeen tevreden zijn over hoe zij zijn behandeld. Ze geven een gemiddelde van een 7 (zie Bijlage C).

Ruimte voor verbetering is er dus zeker. Praat en overleg met de patiënt, kom er achter wat hij/zij wil, zodat jij als MBO specialist van deze 7 misschien wel een 10 kan maken.

 

Literatuurlijst

Hesketh, P., Batchelor, D., Golant, M., Lyman, G., Rhodes, N., Yardley, D. (2004). Chemotherapy-induced alopecia: psychosocial impact and therapeutic approaches. Support Care Cancer, 12(8), 543-549. doi:10.1007/s00520-003-0562-5

 

Münstedt, K., Manthey, N., Sachsse, S., Vahrson, H. (1997). Changes in self-concept and body image during alopecia induced cancer chemotherapy. Support Care Cancer, 5(2), 139-143. doi:10.1007/BF01262572

 

Paus, R., Haslam, I., Sharov, A., & Botchkarev, V. (2013). Pathobiology of chemotherapy-induced hair loss. The Lancet Oncology, 14(2), e50-e59. doi: 10.1016/S1470-2045(12)70553-3

 

Roe, H. (2011). Chemotherapy-induced alopecia: advice and support for hair loss. British Journal of Nursing, 20(10), S4-S11.